KUNST IN CORONATIJD
met een nieuwe kijk op de supermarkt
Ik weet niet hoe het anderen vergaat, maar als ik nu boodschappen doe in de supermarkt voel ik me behoorlijk ongemakkelijk. Het lijkt of ik in een scientific world ben aanbeland. De drukte is anders, de ruimte is anders, zelfs het geluid is anders. Het begint al met het desinfecteren van de winkelwagentjes of het aantrekken van plastic wegwerp-handschoenen.
Mensen spreken niet meer met elkaar, nemen elkaar van top tot teen op en in hun angstige ogen lees je de vraag of je misschien besmet bent waardoor zij dus gevaar lopen om het coronavirus op te lopen. Iedereen neemt afstand. De sociale gevolgen van het onzichtbare virus zijn overduidelijk zichtbaar en ik durf nauwelijks meer WC-papier te kopen, beducht voor afkeurende blikken. Het is een bizarre tijd waarin we leven.
Het artikel van Arjan Reinders in De Groene Amsterdammer over supermarktkunst kan niet op een beter tijdstip verschijnen nu musea, kunstpodia en galerieën alom gesloten zijn en de behoefte aan het kijken naar kunst fysiek nauwelijks bevredigd kan worden, tenzij je zelf ooit kunst hebt aangeschaft of zelf kunstenaar bent.
En waar zou je kunst nou net niet verwachten? Juist, in de supermarkt. In 1962 heeft Andy Warhol er met zijn soepblikken en brilloboxen natuurlijk al een voorzet voor gegeven. Maar wat is er daarna gebeurd?
Voor degenen die niet bekend zijn met De Groene Amsterdammer (iets wat ik me overigens nauwelijks kan voorstellen), De Groene Amsterdammer is een kritisch opinieblad dat in 1877 is opgericht en wekelijks verschijnt. De oprichters waren twee letterkundigen, Martinus G.L. van Loghem en Taco Hajo de Beer.
Het blad verscheen toen als ‘De Amsterdammer, weekblad voor handel, industrie en kunst’.
Ik vind het mooi om te lezen dat de kunst op gelijke voet werd gesteld met de handel en industrie. Dit laat de relevante en intrinsieke waarde zien die kunst heeft voor de maatschappij. Iets wat nu door de politiek vaak wordt vergeten.
In de jaren tussen de twee wereldoorlogen was De Groene links-liberaal. De Koninklijke Bibliotheek vermeldt dat De Groene Amsterdammer in 1991 te boek staat als een linksgeoriënteerd opinieblad dat kritische artikelen bevat over de binnen- en buitenlandse politiek. [1] In het Cultureel Woordenboek wordt het omschreven als ‘tegenwoordig wel geëngageerd, maar onafhankelijk’. Maar dit terzijde.
Als rasechte kruideniersdochter, met mijn vader achter de kassa en mijn moeder achter de vleestoonbank, is mijn jeugd nauw verweven met de opkomst van de supermarkt en de invloed daarvan op de kleine buurtsuper. Dit is een extra reden waarom het artikel van Reinders mijn belangstelling heeft.
Er lijkt geen betere plek om gedragspatronen te bestuderen dan in de supermarkt. Niet voor niets staan de dure producten altijd op ooghoogte en kunnen de winkeliers het publiek een route door de winkel laten lopen zoals zij dat willen zonder dat de klanten het in de gaten hebben. En, terugkomend op het WC-papier, wat gebeurt er als er nog maar een artikel voorradig is en er zijn meer klanten die het persé willen hebben? Wordt er dan werkelijk om gevochten?
Ik lees in het artikel dat Mark Manders zijn kunst zelfs eerst uittest in een supermarkt om te ervaren hoe het werkt. De informatie die het beeld hem geeft, is daardoor veel objectiever dan wanneer het beeld in een esthetische museumruimte staat en iedereen direct weet dat je met kunst te maken hebt.
Reinders laat zien dat Aernout Mik met zijn werk Two Minds al in 2003 een vooruitziende blik lijkt te hebben. Mik bouwt hiervoor een complete supermarkt in de erezaal van het Stedelijk Museum en laat daarin vervreemdende situaties zien.
Zo geeft Reinders in zijn artikel meer voorbeelden van kunstenaars die de supermarkt tot onderwerp van hun kunst hebben verheven. Eerlijk gezegd heb ik er zelf nooit over nagedacht om de supermarkt tot onderwerp van mijn kunst te nemen. Gek, want een betere plek is er eigenlijk niet. Wel komt het indirect terug in mijn materiaalgebruik, mijn voorliefde voor verpakkingsmateriaal, dozen en karton en in mijn composities.
Reinders heeft me dus op een andere manier naar supermarkten laten kijken dan ik mijn hele leven al gewend was. Daar ben ik blij om en daarom wil ik zijn artikel graag delen.
Het artikel is te lezen in onderstaande link.
[1] https://www.kb.nl/themas/tijdschriften/de-groene-amsterdammer