Ja hoor, we zijn er weer … Kritische reflectie op het financiële kunstbeleid anno 2020.

Regelmatig krijg ik verzoeken om een bijdrage te leveren aan kunstprojecten, vooral van gemeenten en van scholen. In principe wil ik daar om een drietal redenen graag aan meedoen. Kunst is mijn leven, we bevinden ons in een participatie-maatschappij en vrouwen zijn nog steeds in de minderheid, ook in de kunst.

Nu ook weer zo’n verzoek. De gemeente bestaat 750 jaar. Dat is prachtig en in de begroting is het mooie bedrag van € 60.000,00 opgenomen om dit feest te vieren. Daar kan je wel wat mee doen.

Leuk! Natuurlijk is dat leuk. Samen iets doen, met elkaar, dat is over het algemeen altijd leuk. 
Wat wel akelig is, is dat het maken van kunst voor de zoveelste keer slechts gezien wordt als een hobby en dus gratis en voor niets moet gebeuren. Het achterliggende idee zal wel weer zijn dat het een eer is dat je dit mag doen. Dat er vier jaar kunstacademie op HBO-niveau aan ten grondslag ligt met daaraan voorafgaand nog vele jaren van oefening en experiment, doet kennelijk niet ter zake. Weet men wel dat je na de kunstacademie nog twee jaar door moet studeren voordat je überhaupt kunstlessen mag geven in het onderwijs? 

Ik voel me overrompeld. Mijn agenda laat zo’n project eigenlijk niet toe en het project past eigenlijk helemaal niet in mijn financiële planning. Het dilemma is dat ik toch inwoner ben van deze gemeente en dat schept een morele plicht. Bovendien ben ik een positief ingesteld mens en kan ik slecht nee zeggen.

Maar is het zuiver om professionals voor niks te laten werken terwijl er een flinke post op de begroting staat? De slavernij is toch reeds lang geleden al afgeschaft? 

Ik besluit een statement te maken in mijn schilderij. Ik kan niet anders. Allerlei artikelen van overheidswege en van de beroepsvereniging, maar ook uit de landelijke dagbladen die gaan over de beroerde inkomenspositie van kunstenaars, ja, een groot aantal van hen leeft 5% onder de armoedegrens, scheur ik uit. Zij vormen de onderlaag van mijn schilderij.
Met transparante verf schilder ik een zelfportret met op de ezel een schilderij in wording van een man te paard, een verwijzing naar Toon Koster, een professionele kunstschilder uit onze gemeente die in de vorige eeuw werkzaam was. Hij had geluk. Toen kon je nog aanspraak maken op de BKR. Dat was een speciale voorziening voor kunstenaars zodat zij met veel minder stress hun kunst konden maken, het experiment konden aangaan en materialen konden kopen.

De BKR is achteraf door veel ambtenaren verguisd, maar het was in feite een goede regeling. Het enige nadeel was de vrijblijvendheid die het in zich had waar een groot aantal kunstenaars minder goed mee om kon gaan.

Ik ben ervan overtuigd dat de regeling nog had bestaan als aan de regeling voorwaarden ten aanzien van exposities, publicaties en verkopen waren gekoppeld, zodat ambtenaren daarop konden handhaven. Want daar zijn zij goed in. En bovendien worden zij daarvoor betaald. Zij wel.

Met pijn in mijn hart besluit ik een fair practice beleid in te gaan voeren. Dat houdt in dat ik voortaan negatief zal reageren op verzoeken van gemeenten, scholen en instellingen om een gratis schilderij of kunstproject te maken. Hoezeer ik mij gevlijd voel als men mij op grond van mijn kwaliteiten, talenten en kennis selecteert voor de totstandkoming van een kunstproject, en hoe graag ik ook zou meewerken, mijn antwoord zal bij gebrek aan budget in dergelijke gevallen nee zijn.

Als professioneel kunstenaar kan ik mijn tijd, kennis en kunde niet inzetten als men geen geld voor de kunst over heeft. Het ontbreken van een budget voor kunstenaars of het niet uit willen uitgeven van geld aan kunst laat zien dat kunst niet serieus wordt genomen. Daarmee wordt niet alleen het project tekortgedaan, maar ook de kunstenaar die net als ieder ander mens normaal betaald hoort te worden. Het is neerbuigend en kwetsend om het werk van de kunstenaar niet als werk te zien en te waarderen. Bovendien kost kwaliteit nu eenmaal geld.

De rigide, onbuigzame bezuinigingspolitiek van de in 2018 afgetreden voormalige minister van cultuur heeft kunstenaars al ongelooflijk in de kou laten staan maar we hoeven toch niet nog verder te worden uitgekleed?

Bronnen:
https://www.groene.nl/artikel/de-uitzonderlijke-economie-van-de-kunst https://www.trouw.nl/nieuws/inkomen-van-kunstenaars-is-zorgwekkend~b6155e7f/ https://www.nrc.nl/nieuws/2018/10/02/domenique-himmelsbach-de-vries-35-beeldend-kunstenaar-a2095956https://bbknet.nl/slechts-5-van-de-beeldende-kunstenaars-in-nederland-zit-boven-de-armoedegrens/https://www.cbs.nl › media › _pdf › kunstenaars-afgestudeerden

https://boknet.nl/zzp-kunstenaars

Tekst en beeld: © Ans Vianen – www.ansans.nl – www.oeroek.nl – ansvianen@live.nl  –  06 40393366

By ansans

Ans Vianen (1961), graduated at DOGtime Gerrit Rietveldacademie in 2014, Dutch multimedia artist, transmedial storyteller, coach and teacher. She also initiates art projects and presents art lectures. Themes of her works: identity, humanity, daily life. Her thesis with the title ” Each memory can create its own legend” was nominated for the thesis prize. She’s also author of the book “Markante mensen uit ons dorp”.